Op Dierendag in 2018 werd het met veel stampij aangekondigd: er zou een zelfstandig houdverbod komen. Dierenbeulen zouden daarmee tot tien jaar geen dieren meer kunnen houden. Een mijlpaal in de ogen van de Dierenbescherming, die al decennialang vecht voor het verbod. Maar na twee jaar moet het nog steeds werkelijkheid worden. Waar blijft het houdverbod?
“Stuitend dat de invoering van het houdverbod voor dierenbeulen zolang op zich laat wachten”, stellen de advocaten Peter Plasman en Sébas Diekstra, beiden kandidaat-Kamerlid voor de politieke vernieuwingsbeweging Code Oranje.
Omdat het houdverbod gaat om wetgeving rondom dierenwelzijn, is het niet alleen een zaak van minister Schouten van Landbouw, maar ook van minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid. Beide ministeries zeggen het houdverbod te willen invoeren, maar uiteindelijk is het aan Grapperhaus om de maatregel tot wet te maken. „Maar op het bureau van Grapperhaus ligt dat houdverbod nu al twee jaar stof te happen en wordt de coronacrisis nu als excuus gebruikt”, aldus Plasman en Diekstra
De advocaten hopen dat het houdverbod nog voor de volgende verkiezingen in maart 2021 wordt geregeld. “Want voor de Dierenbescherming is de urgentie van het houdverbod iedere dag duidelijk, wanneer ze weer te maken hebben met dieren die onder vreselijke omstandigheden worden gehouden”, aldus beide advocaten.
“Een zelfstandig houdverbod zorgt ervoor dat dieren die aangetroffen worden bij overtreders gelijk in beslag genomen kunnen worden. Volgens de Dierenbescherming biedt het verbod niet alleen de mogelijkheid om dierenbeulen strenger te straffen en nog meer leed te voorkomen, maar geeft de overheid daarmee ook een duidelijk signaal af: mishandeling en verwaarlozing van dieren is onacceptabel”, aldus Plasman en Diekstra.
Code Oranje Dierenmishandeling Houdverbod Peter Plasman Sébas Diekstra