Zowel in BN de Stem als in het Eindhovens Dagblad verscheen onderstaande column
Door Richard de Mos en Dré Rennenberg
Hele delen van Brabant gaan gebukt onder trillingen. In huis voelen aan het spoor wonende burgers ramen en deuren trillen als de goederentreinen voorbij razen. De laatste goederentrein rijdt rond half één ’s nachts. Rond half zeven ’s ochtends is de eerste weer. Voor burgers, die horendol worden van al dat getril, zijn dat dus korte nachten. Maar niet alleen het trillen, ook het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor baart veel Brabanders grote zorgen. Vanaf volgend jaar gaan er ook nog eens honderd extra goederentreinen per week rijden. Brabant ervaart in toenemende mate de overlast: trillende huizen, scheurende muren, gezondheidsklachten en de angst voor grote rampen wanneer er een giftrein in brand vliegt.
Al jarenlang wordt er vanuit burgers alles op alles gezet om in overleg met de NS, ProRail en het ministerie van Infrastructuur tot een oplossing te komen voor de aanhoudende overlast. Daar waar staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) het overleg ‘constructief’ noemt, voelt Brabant zich, zeker met de verwachte toename van de overlast, gepakt. Terecht als je weet dat in de aanleg van de Betuweroute door het Rijk miljarden zijn geïnvesteerd, met als doel hierover het grote aantal gif- en goederentreinen uit de Rotterdamse haven naar het achterland te vervoeren. Als zich een ramp voordoet met een giftrein op die lijn, gebeurt dat in het weiland. En niet op een spoor waar huizen dicht tegenaan zijn gebouwd. Dat is nu wel het geval met de Brabantroute. Van de afspraak om de treinen langzamer te laten rijden in dorpskernen, is ook niets overgebleven. Die afspraak is teruggedraaid.
Er moet ingezet worden op de aanleg van meer spoor en vanuit het Rijk moet er meer oog komen voor een goede leefomgeving van de bewoners rondom het spoor van de Brabantroute. Daar moet het Rijk beginnen met het zichzelf aan de afspraken te houden.
Er moet een onmiddellijk einde komen aan het overtreden van het aantal toegestane goederentreinen met giftige stoffen. In 2019 bleek dat in en rond Eindhoven er tot 3,5 keer zoveel wagons met gevaarlijke stoffen over het regionale spoor raasden dan is voorgeschreven. Hierbij was ook een stijging te zien ten opzichte van 2017 toen de risicoplatforms ook al werden overschreden. Op sommige trajecten is die overschrijding van het aantal treinen zelfs vijf keer zoveel dan is toegestaan. Het gaat hier om duizenden wagons met brandbare stoffen door dicht bebouwd woongebied. Bij deze gassen en vloeistoffen is er vooral sprake van explosiegevaar, mochten de stoffen uit de wagons komen. Naast brandbare stoffen, kwamen er ook veel meer wagons met giftige stoffen door de regio dan toegestaan. Het gaat dan om giftige vloeistoffen als acroleïne en acrylonitril, een schadelijke stof, ook bij lage concentraties. Regiogemeenten luiden al tijden de noodklok.
Het Kabinet moet veel meer werk maken van het naar voren halen van het afronden aan het werk aan de Betuweroute. Dat is dé reden van het feit dat er al jaren meer giftreinen door Brabant rijden dan is toegestaan. Het duurt nog zeker tot 2025 voordat de werkzaamheden aan de Betuweroute in Duitsland klaar zijn. Betrokken organisaties verwachten echter dat dit nog veel langer kan gaan duren. Onacceptabel dat al die tijd steeds meer vervoer met een hoog risicoprofiel door Brabant over het spoor dendert. Daarom moet er een direct einde komen aan het overschrijden van het aantal toegestane giftreinen. Immers, met mensenlevens speel je niet!
Richard de Mos is lijsttrekker van Code Oranje
Dré Rennenberg is fractievoorzitter van Ouderen Appél Eindhoven